lezing

Duinen, Kwelders en Schorren

27/08/2016
9:30
groene zaal

Keynote: Petra de Goeij

Grenzen aan de groei: Lepelaars op de Waddeneilanden, blijven ze toenemen?

In 2009 voorspelden Tamar Lok en anderen dat de groei van de lepelaarpopulatie in de Waddenzee al snel zou afvlakken. Maar het lijkt erop dat de aantallen in de Waddenzee toch nog toenemen. In de afgelopen 5 jaar zijn de lepelaars van de kwelder van Schiermonnikoog nauwlettend gevolgd, oa met GPS-loggers van UvA-bits. De loggers laten fantastische foerageerpatronen zien. Ook is naar het dieet van de lepelaars gekeken op verschillende waddeneilanden. Er is een duidelijk verschil tussen de waddeneilanden. De vraag is of we met het dieet de toename in de groei kunnen verklaren.

 

Peter Esselink

Van polder naar kwelder: 10 jaar kwelderherstel in Noord-Friesland Buitendijks

In vergelijking met het verleden is de areaal van de huidige vastelandkwelders in de Waddenzee kleiner dan ooit. Tot ver in de 20e eeuw is er eeuwenlang sprake geweest van een bijna continue afname door inpolderingen voor de landbouw en meer recent ten gevolge van kustbeschermingsmaatregelen. Om tot een gedeeltelijk herstel van areaal te komen zijn zowel in Nederland als in Duitsland kwelderherstelprojecten uitgevoerd door uitpoldering (verkweldering) van zomerpolders.

In Noord-Friesland Buitendijks is in dit verband in 2001 een pilot uitgevoerd met een zomerpolder van ca. 120 ha. Na de aanleg van kreken werd de invloed van het getij hersteld door de zomerkade op drie plaatsen te verwijderen.

Om de inrichting en het beheer van deze proef te evalueren, is over een periode van tien jaar de ontwikkeling van de aangelegde kreken, de verzilting, de hoogteligging, de vegetatie en de vogelbevolking gemonitord, en waar mogelijk vergeleken met de aangrenzende kwelders en zomerpolders. In de presentatie worden de belangrijkste resultaten van het monitoringsonderzoek samengevat.

Op basis van verschillende criteria kan de pilot als relatief succesvol worden beoordeeld.

Voor meer informatie: Eindrapport en brochure beschikbaar op http://www.waddenloket.nl/Kwelders.2579.0.html

 

Sanne Moedt

Het effect van begrazing op de diversiteit en biomassa van geleedpotigen op kwelders

De aanwezigheid van grote grazers kan een ecosysteem sterk beïnvloeden. In Nederland is begrazing een veel toegepaste methode voor het beheren van semi-natuurlijke graslanden. Hierbij vervullen koeien en paarden vaak de rol van de inmiddels uitgestorven inheemse grazers. Ook op de kwelders langs de Friese waddenkust wordt deze vorm van beheer toegepast. Maar wat is hiervan het effect op de geleedpotigen gemeenschap? En wat betekent dit voor de insectenetende vogels die in dit gebied broeden?

 

John Smit

Blaaskopvliegen: aantrekkelijke moordenaars

Veel blaaskopvliegen lijken op bijen of wespen, net als zweefvliegen. Mimicry zou je denken, schapen in wolfs kleren. Onschuldige dieren die er gevaarlijk uitzien om zo te ontkomen aan mogelijk predatoren. Niets is minder waar; de vermomming gebruiken ze juist om dichter in de buurt van hun slachtoffers te komen. Alle blaaskopvliegen parasiteren op andere insecten, en vrijwel uitsluitend op bijen of wespen.

Ze parasiteren op de volwassen dieren waarbij ze uiteindelijk de gastheer doden, zogenaamde parasitoiden. Alert zitten ze op hun uitkijkpost, een bloem of een blad, en kijken alles wat er voorbij vliegt nauwlettend na. Zit er iets tussen dat ook maar enigszins lijkt op een geschikte gastheer dan wordt het onmiddellijk nagevlogen.